Slapen in Meinerswijk

De meesten van ons bezoeken Meinerswijk overdag. In de zomer maken we er misschien eens een avondwandeling maar slapen dat doen we toch het liefste thuis. Verschillende vogelsoorten komen in de winter juist ‘s avonds naar Meinerswijk om er te slapen. Veel vogels zoeken elkaar aan het einde van de dag op om gezamenlijk de nacht door te brengen. Met z´n allen bij elkaar is veiliger want dan is er altijd wel iemand die het gevaar aan ziet komen.

Een soort die altijd al op tijd de slaapplaats opzoekt, is de aalscholver. Op dit moment zijn er twee plekken waar ze samen slapen.

De ene is het grote eiland in de plas aan de kant van het Gelredome. De andere kun je het best bekijken vanaf het tank-kunstobject bij de hangbrug en dan richting het kijkhuis kijken. Hier staan een paar dode bomen waarin zich vaak tientallen vogels verzamelen. Dat deze bomen dood zijn is waarschijnlijk een gevolg van dit slapen. Ook ’s nachts poepen ze heel wat af en daar kunnen de bomen op de lange duur niet zo goed tegen.

Wie tegen het einde van de middag nog een wandeling maakt in Meinerswijk en een beetje goed oplet, ziet dan constant aalscholvers richting de slaapplaats vliegen. Daar aangekomen is het af en toe nog een hele toer om met die grote platvoeten op het favoriete plekje in de boom te landen, zeker als er al een ander zit. Regelmatig zijn er meerdere aanvliegpogingen nodig voordat het lukt. Verdeeld over beide slaapplaatsen gaat het vaak om meer dan 300 aalscholvers.

Een soort die meestal pas vlak voor het donker arriveert, is de grote zilverreiger. Zij slapen in een paar lage wilgen op de kleine eilandjes in de zuid west hoek. Meestal zijn het tussen de vijf en tien vogels met af en toe uitschieters naar een stuk of vijftien.

Als je ’s ochtends vlak na het licht worden in Meinerswijk bent, kun je ze soms nog wel eens samen naar voedsel zien zoeken in de buurt van het kijkhuis.

En dan zijn er ook nog vogels die pas arriveren als het donker is. Dat zijn de ganzen en dan met name de kolganzen. Die hebben niet echt een vaste slaapplek, maar het is wél altijd in het water. Vaak slapen er wel een flink aantal op de kleine plasjes bij de ingang aan de Drielsedijk. Maar ook in de nieuwe geul met de hangbrug aan de Meginhardweg. In het begin van de winter gaat het dan om enkele honderden kolganzen met daar tussen vaak een honderdtal grauwe ganzen.

In de loop van januari verhuizen ze vaak naar de grote plas in de hoek van het Gelredome. Hier kan het aantal oplopen tot soms wel 3.000 tot 4.000 individuen, bijna allemaal kolganzen.

Als het dan licht wordt, is het een spectaculair gezicht om hele groepen op te zien vliegen op weg naar de weilanden in de buurt om hun buik weer rond te eten.

En zo is Meinerswijk ook ’s nachts een waardevolle plek voor vogels.

Egbert Vrieling, bestuurslid en vaste gids bij onze vroege vogel wandelingen

 

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.